Gerechtshof vermindert in hoger beroep celstraf Joke Kaviaar tot twee maanden voorwaardelijk

28-05-2014, Amsterdam.

Vanmiddag vond de uitspraak plaats in het hoger beroep van de rechtszaak die de staat tegen Joke Kaviaar had aangespannen wegens opruiing. Het gerechtshof heeft Joke wederom schuldig verklaard aan opruiing, maar acht niet alle vier de teksten die het Openbaar Ministerie (OM) als bewijs had aangedragen strafbaar. Daarom verminderde het Hof de
opgelegde straf en veroordeelde Joke tot twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van één jaar. De uitspraak is daarmee minder zwaar dan het eerdere oordeel, maar blijft een klap in het gezicht, van Joke, van verdedigers van het vrije woord, en van al diegenen die in woord en daad de onmenselijk repressieve migratiepolitiek van de Nederlandse staat willen blijven bestrijden. Het betekent ook dat Justitie nog meer ruimte krijgt om kritische geluiden nog harder aan te pakken. De Steungroep ziet dit als een gevaar voor iedereen die tegen het repressieve staatsbeleid in wil gaan.

De zaak zelf draait om vier teksten waarin Joke Kaviaar de vervolging van vluchtelingen en migranten zonder papieren hekelde, en tot actief verzet hiertegen opriep. Het OM bestempelde de teksten als opruiend, pakte Joke op 13 september 2011 op en hield haar enkele dagen vast zonder contact met de buitenwereld. Vervolgens klaagde het OM haar aan.
Op 22 januari 2013 veroordeelde de rechtbank in Haarlem haar in eerste instantie al tot vier maanden, een uitspraak waar het gerechtshof dus twee maanden voorwaardelijke celstraf van heeft gemaakt.

De teksten “Leers, het vuur en de dood” en “Neederland wordt schoongeveegd” zijn door het hof als niet opruiend bestempeld. “Uit de tekst blijkt niet dat Kaviaar oproept tot het plegen van strafbare feiten” en ze laat zich uit “in stevige, verbeeldende verwoordingen”, wat “niet rechtstreeks opruiend is”, aldus de rechter. Het hof achtte opruiing in de andere twee teksten (“Rara, wiens rechtsorde is het?” en “Waar blijft de Hollandse opstand?”) wél bewezen.

Joke en haar sympathisanten laten het er niet bij zitten. Het gevecht gaat door. Langs juridische weg via cassatie, desnoods naar het Europese Hof van Justitie. Buiten de rechtbank via solidariteitsacties en door scherp stelling te blijven nemen tegen de onmenselijke praktijken van de Nederlandse staat. Joke is geenszins van plan zich de mond te laten snoeren. Het is van belang dat zij niet alleen staat, dat haar teksten verspreid blijven worden, dat ook anderen hun nek uitsteken, en dat het verzet tegen de onderdrukking, vervolging en deportatie van vluchtelingen verder wordt opgevoerd. Degenen die Joke het zwijgen op willen leggen en dit verzet willen neerslaan, mogen hun zin niet
krijgen. Maar belangrijker nog: de strijd voor vrijheid van beweging zal worden voortgezet. Daar verandert de vervolging van deelnemers aan die strijd niets aan!