Opruiing is het delict waar een Openbaar Ministerie zich van bedient om Joke Kaviaar mee aan te vallen. De aanval is helaas met resultaat bekroond, nu een rechtbank haar 4 maanden cel heeft opgelegd. Maar een gewonnen slag is geen gewonnen oorlog. De strijd gaat door, en dus ook de bijbehorende discussie over opruiing, het hoe, het wat en het waarom. Meerdere dimensies ervan wil ik graag, en deels nogmaals, belichten.
De eerste dimensie is opruiing als essentieel deel van het vrije woord. Dat vrije woord zelf is deel van voortsluimerende en steeds oplaaiende gevecht voor een wereld met meer vrijheid, meer solidariteit, met gelijkwaardigheid tussen mensen. Die strijd botst – onvermijdelijk – keer op keer tegen de bestaande, gevestigde orde, en tegen de juridische uitdrukking van die orde: de wetten, de wetshandhavers, de instellingen die zij hanteren, rechtbanken, politiekorpsen, gevangenissen.